Drie begrippen staan centraal in een beschrijving van de financiële positie: structureel begrotingsevenwicht,
weerbaarheid en wendbaarheid van de begroting. De onwerkelijke situatie in 2026 frustreert een positieve waardering op alle genoemde elementen. Ze maakt het onmogelijk om een passend financieel arrangement te maken en continuïteit van beleid meerjarig (financieel) te borgen. Het inbouwen van de remweg en (incidentele) ruimte om later deze bestuursperiode in te zetten, dragen in ieder geval bij aan het vergroten van de weerbaarheid en wendbaarheid van de begroting.
Structureel begrotingsevenwicht
Het is een taak van de gemeenteraad om toe te zien dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Niet alleen het begrotingssaldo per jaar is van belang maar ook het inzicht in structurele baten en lasten. In "Bijlage 1G - Overzicht incidentele baten en lasten" is het overzicht van incidentele baten en lasten opgenomen. Voor de jaren 2024 en 2025 geldt, wanneer we de begroting 2024 en 2025 schonen voor incidentele baten en lasten, de structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Als gevolg van het ravijn is er voor 2026 en 2027 geen sprake is van het structureel evenwicht. Voor de jaren 2026 en 2027 zijn er naast voldoende financiële buffers, ook structurele uitgaven zo veel mogelijk vermeden. Dit zal geen structurele oplossing bieden voor het ravijn, we zullen de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend volgen.
Weerbaarheid van de begroting
Kengetallen | Bedragen x € 1 miljoen | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ratio weerstandsvermogen, | PB 2021 | PR 2020 | PB 2022 | PR 2021 | PB 2023 | PR 2022 | PB 2024 | Norm |
A. Beschikbare buffers | 45 | 50 | 60 | 64 | 81 | 94 | 98 | |
B. Nodig voor opvangen risico's | 39 | 31 | 20 | 19 | 20 | 23 | 26 | |
Ratio (A/B) | 1,2 | 1,6 | 3,1 | 3,3 | 4,0 | 4,0 | 3,8 | > 0,8 |
Bedragen x € 1 miljoen | |||||||||||||||
Algemene reserve 31-12 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||||
Programmarekening | 21 | 20 | 26 | 46 | 65 | ||||||||||
Prognose begroting 2024-2027 | 68 | 64 | 63 | 48 | 31 | ||||||||||
Norm: Bodem van € 10 miljoen in het laatste jaar van het meerjarenperspectief |
De indicatoren die we gebruiken voor het meten van de weerbaarheid van de begroting scoren goed voor 2024, de weerstandsratio zelfs uitstekend. Het venijn zit in 2026 en de jaren daarna, zie voor meer details "7.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Wendbaarheid van de begroting Kengetallen Programmabegroting 2024-2027 | ||||||
Omschrijving | Verloop van de kengetallen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
PB 2023 | PR 2022 | PB 2024 | MJB 2025 | MJB 2026 | MJB 2027 | |
Netto schuldquote | 51% | 38% | 66% | 77% | 75% | 85% |
Gecorrigeerde netto schuldquote | 37% | 26% | 54% | 65% | 64% | 75% |
Solvabiliteitsratio | 29% | 33% | 26% | 23% | 25% | 23% |
Structurele exploitatieruimte | 4% | 6% | 3% | 4% | -1% | -2% |
Grondexploitatie | 18% | 18% | 16% | 13% | 11% | 9% |
Belastingcapaciteit | 86% | 82% | 91% | 92% | 93% | 93% |
Met uitzondering van de structurele exploitatieruimte in 2026 en 2027 blijven we binnen de vastgestelde normwaarden.
Het kengetal structurele exploitatieruimte is negatief in 2026 en 2027, als gevolg van het ravijn. De omslag naar een negatief bedrag, heeft te maken met een hogere onttrekking van de algemene reserve in deze jaren, ter dekking van structurele lasten in de begroting. Het structurele probleem kan tijdelijk maar niet structureel opgevangen worden door de algemene reserve, zie tabel met de prognose voor de algemene reserve.
Voor meer details over de kengetallen, zie "7.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing".