Paragrafen

Financiering

Het financieren van investeringen vergt financieringsmiddelen. Dit brengt rentekosten met zich mee. Deze financieringsmiddelen bestaan uit interne middelen (reserves en voorzieningen) en externe middelen (leningen). Bij externe financieringsmiddelen is sprake van verschillende rentepercentages omdat de rentestand fluctueert.

We passen totaalfinanciering toe, waardoor rentekosten niet direct gelinkt worden aan individuele investeringen. Totaalfinanciering houdt in, dat tegenover het totaal van alle investeringen, de totaal beschikbare financieringsmiddelen staan.

Om de rente te kunnen toerekenen aan programma's en projecten wordt gewerkt met het renteomslagpercentage. Momenteel hanteren we een genormeerd rentepercentage van 1,75%. Dit percentage zetten we af tegen het werkelijke renteomslagpercentage om tot het renteresultaat te komen. Het werkelijke percentage wordt voornamelijk beïnvloed door de rente die we betalen op onze leningen. De hogere rente van nieuwe leningen zal er de komende jaren voor zorgen dat het renteomslagpercentage omhoog gaat.

Conform de richtlijnen van de BBV mag het begrote rentepercentage niet meer dan 0,5% punt afwijken van het werkelijke omslagpercentage. In onderstaande tabel staat het verloop van het werkelijke percentage ten opzichte van het genormeerde renteomslagpercentage.

Overzicht renteomslagpercentage per 1 januari

2024

2025

2026

2027

Genormeerde renteomslagpercentage

1,75%

1,75%

1,75%

1,75 %

Werkelijk renteomslagpercentage

1,96%

2,14%

2,20%

2,19 %

Verschil

-/- 0,21%

-/- 0,39%

-/- 0,45%

-/- 0,44 %

De cijfers in deze tabel zijn gebaseerd op aannames over de hoogte van de rente en de reserves. De wijzigingen in de begroting zijn hier nog niet in verwerkt. Indien er meer van de reserves ingezet zal worden, dan zal er ook meer geleend moeten. Als we meer lenen, zal door de huidige hogere rente ook het omslagpercentage verder stijgen. Daarom verwachten we dat we in 2024 het renteomslagpercentage moeten herberekenen om te zorgen dat het genormeerde en werkelijke renteomslagpercentage weer dichter bij elkaar liggen, hierop komen we in de programmabegroting 2025-2028 terug.

In de volgende tabel is de berekening van het renteresultaat op de renteomslag opgenomen.

Bedragen x € 1.000.000

Renteschema

2024

2025

2026

2027

a. De externe rentelasten

+

6,6

8,4

10,0

9,6

b. De externe rentebaten

-

1,7

1,6

1,5

1,4

A. Totaal door te rekenen externe rente

=

4,9

6,8

8,5

8,2

c. Rente grondexploitatie(2,30%)

-

1,7

1,4

1,2

1,0

c. De rente van de projectfinanciering

-

0

0

0

0

B. Rente Grondzaken en projectfinanciering

=

1,7

1,4

1,2

1,0

C. Saldo door te rekenen externe rente (A-B)

3,2

5,4

7,3

7,2

d1. Rente over het eigen vermogen

+

0,9

0,8

0,8

0,8

d2. Rente over de voorzieningen

+

1,9

1,1

0,9

0,8

D. rente over eigen financieringsmiddelen

=

2,8

1,9

1,7

1,6

De toegerekende rente (1,75%)

+

5,4

6,0

7,2

7,1

Aan de taakvelden toe te rekenen rente (C+D)

-

6,0

7,3

9,0

8,8

Renteresultaat taakveld Treasury

=

-0,6

-1,3

-1,8

-1,7

Voor deze tabel geldt dezelfde beperking als bij de tabel voor de renteomslag, deze is gebaseerd op aannames over de rente en de reserves. Binnen de werking van onze begroting hebben we een buffer om schommelingen tussen de werkelijke rente en de intern doorbelaste rente op te vangen. Omdat afgelopen paar jaar de werkelijke rente lager lag dan onze omslagrente, hadden we bij de jaarrekening een rentevoordeel. Bij oplopende werkelijke rente ‘verdampt’ dit voordeel en zal dit omslaan in een nadeel. Door de actuele hogere rente van nieuw af te sluiten leningen zal er een rentenadeel de komende jaren zichtbaar zijn.

Deze pagina is gebouwd op 03/05/2024 12:24:50 met de export van 03/05/2024 12:00:14