| Bedragen x € 1.000 | |||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Realisatie 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Verschil |
Primaire personeelskosten (inclusief inhuur) | 24.548 | 24.341 | 27.142 | 2.801 |
Secundaire personeelskosten | 2.604 | 3.239 | 5.286 | 2.047 |
Automatisering | 4.386 | 5.102 | 5.981 | 879 |
Huisvesting | 4.159 | 5.228 | 5.836 | 608 |
Profitcenters | 15 | 149 | -2 | -151 |
Overig | 1.393 | 1.689 | 980 | -709 |
Totaal overhead | 37.105 | 39.748 | 45.223 | 5.475 |
Dekking via doorbelasting aan grondexploitaties en investeringswerken | -3.629 | -3.993 | -4.644 | -651 |
Netto overhead | 33.476 | 35.755 | 40.579 | 4.824 |
Bovenstaande tabel bevat enkel de (loon)kosten voor overhead. De totale loonkosten en inhuurkosten van de organisatie worden toegelicht in het onderdeel Personeel en organisatie. |
De stijging van de loonkosten wordt veroorzaakt door een toename in formatie en de verwerking van de looncompensatie. De toegenomen formatie vertaalt zich ook naar hogere automatiserings- en huisvestingskosten.
De begroting van de secundaire budgetten geeft een vertekend beeld. Middelen van Realisatiekracht (circa € 2,0 miljoen) zijn ten onrechte aan dit budget gekoppeld. Dit wordt bij het volgende P&C instrument gecorrigeerd.